Aan het einde van mijn stage van hoofdfase 2 heeft mijn praktijkbegeleider aangegeven dat ik regelmatig vragen stel over achterliggende keuzes met betrekking tot visie, beleid en uitvoering. Echter gaf hij hierbij wel aan dat ik mezelf nog meer vragend op had kunnen stellen wanneer het om overlegmomenten gaat. Tijdens de wekelijkse overlegmomenten was ik helaas telkens afwezig en ik had meer naar het besprokene kunnen vragen en hierover ook mijn mening kunnen geven.

Met de onderzoeksopdracht van ditzelfde leerjaar heb ik de samenwerking tussen twee afdelingen van het stagebedrijf onderzocht. Hierbij heb ik tevens aanbevelingen gedaan over de manier waarop ze de samenwerking zouden kunnen verbeteren.

Samenwerking is vaak een gevoelig onderwerp, omdat het gaat om beleving, dat subjectief is. Van verschillende collega’s heb ik destijds gehoord dat ik de gemoederen toch aardig heb weten te managen en er ook in geslaagd ben om op een aantal punten een gevoelige snaar te raken. Ik heb namelijk verschillende hiaten in de samenwerking weten te achterhalen en voor elk van deze hiaten verbetervoorstellen gedaan. Met de verbetervoorstellen heb ik veelal rekening gehouden met de belangen van beide teams en heb ik soms voor een hiaat zelfs verschillende opties gegeven waarop ze invulling konden geven aan het verbeteren van de samenwerking.

In navolging van mijn presentatie heeft het bedrijf zelfs besloten om een soort werkgroep te creëren die verder ging kijken naar mijn aanbevelingen. Dit betekent dat mijn onderzoek/presentatie iets los heeft gemaakt.

Ook met de onderzoeksopdracht van mijn huidige stage is er getracht om op een proactieve wijze advies te geven. Het ging hierbij om een onderzoek naar de ideale werkgeversbenadering in relatie tot de werkgeversbenadering van de vrijwilligers. Hierbij ging ik er vanuit dat de vrijwilligers ook daadwerkelijk de werkgeversbenadering uitvoeren. Gaandeweg het onderzoek kwam ik erachter dat het wellicht beter is om hiervoor speciale medewerkers aan te stellen. Daarnaast kwam ik tot de conclusie dat het huidige netwerk van de organisatie vrij beperkt is. Hierom leek het me tevens een goed idee om meer de samenwerking te zoeken met derden, die een groter netwerk hebben waarop de organisatie aan zou kunnen sluiten.

Zodoende had ik naast voorstellen voor het verbeteren van de werkgeversbenadering van de vrijwilligers, ook voorstellen om de organisatiestructuur aan te passen en meer de samenwerking te zoeken.

Gedurende maar ook na mijn presentatie aan het team gingen we in discussie over welk(e) verbetervoorstel(len) zich het best leenden voor de organisatie. Ik heb het team zodoende de ruimte gegeven om zelf het beste voorstel uit te kiezen en hierin heb ik tevens mijn mening gegeven. Hierdoor was het draagvlak voor het gekozen voorstel uiteindelijk groot en was men tevreden.

Naast dat ik bovenstaande drie opties had voorgelegd, had ik ook een tweetal opties aan de werkbegeleider gegeven voor wanneer er gekozen werd voor dat de vrijwilligers de werkgeversbenadering blijven uitvoeren. Zo kon er gekozen worden om als team zijnde bepaalde vaardigheden te verbeteren die gemiddeld minder ontwikkeld bleken te zijn, maar kon er ook gekozen worden voor ontwikkeling op de laagste individuele scores op vaardigheden.

Verder ben ik me mijns inziens ook aan het ontwikkelen op het ongevraagde advies geven.

Zo heb ik ongevraagd advies gegeven over:

• De manier waarop de organisatie in de toekomst wellicht het best met stagiaires om kan gaan.
• Welke workshops belangrijk zijn en de manier waarop deze workshops het best kunnen worden uitgevoerd.
• Hoe de maandelijkse overleggen efficiënter kunnen worden ingericht.

Wat betreft het geven van voorstellen op het gebied van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen vind ik het lastig om concreet te noemen hoe iets beter kan. Het huidige stagebedrijf is vrijwel continu in beweging en er zijn vrijwel dagelijks ontwikkelingen die betrekking hebben tot de doelgroep. Het lastige is dat ik erg weinig invloed uit kan oefenen op de ontwikkelingen. Ik deel mijn mening met mijn praktijkbegeleider tijdens onze periodieke caseloadgesprekken en verder rijkt mijn invloed niet. Het zijn toch voornamelijk de regiomanagers die de dienst uitmaken en richting geven aan de organisatie. Daarnaast is het een vrijwilligersorganisatie en mede hierdoor lopen we wat mij betreft soms wat achter op andere organisaties met betrekking tot aanbestedingen, besluitvoering et cetera. Dat is jammer, maar hier kan ik en ook mijn leidinggevende weinig aan doen.